|
Volkshuisvesting
|
|
1.
Mijn vochtontwikkeling in de huiskamer is niet meer te houden.
2. Even leg ik me neer om U enkele letters toe te
dienen.
3. Mag ik ruilen met mijn buurman, daar die weduwe is
zonder
kinderen.
4. Ik heb een lakkaasje op zonder en die is naar
beneden gekomen.
5. Ik vraag geen woning, die heb ik. Daarom vraag ik
een andere
woning.
6. De hond blaft de hele avond en met de kat is het het
zelfde geval.
7. De drollen drijven in de gang, daar moet ingegrepen
worden.
8. Het vijfde kind is op komst en staat voor de deur.
9. Ik zit in nood in een onverklaarbare woning.
10. Mijn man loopt met bromgieters en mijn borsten piepen ook.
11. Ik wou graag een aanval op Uw goedheid doen.
12. Heer Burgemeester, hiermede kom ik U een aanzoek doen en
wel
voor een andere woning.
13. Zes jaar ben ik getrouwd met een kind van twee en een
half.
14. M'n buurman stinkt naar gas, ik denk dat hij een gat
heeft.
15. Ik hoop dat ik net opgeschilderd wordt als mijn buurman.
16. De W.C. is lek, aangezien we er met zijn dertienene op
komen.
17. Wilt U eens naar mijn bovenkamer kijken, die zit vol
beestjes.
18. Mijn water loopt steeds maar over.
19. Ik lig al drie jaar in bed met isias. Ik hoop dat ik het
goed
geschreven heb anders denkt U
dat ik een poolse violist ben.
20. Wilt U het zaakje van mijn buurman eens onderzoeken, want
er zit
een luchtje aan.
21. Ik heb zo'n last van mieren in mijn fundament.
22. Ik wil mijn gat dicht hebben, ik heb er zo'n last van.
23. Ik ben verstoken van W.C. Stelt U zich eens voor,
Burgemeester,
U en Uw gezin schijtend op een
emmer.
24. Het huis deugt niet, aan de ene kant is mijn vrouw in
verwachting en aan de andere
kant regent het in.
25. De W.C. is bouwvallig, zodoende kunnen we er niet langer
op
huizen.
26. We zitten zo krap, dat de mensen naast ons die griep
hebben ons
door de muren heen aansteken,
als U zelf eens polshoogte komt
nemen, kunt U de koorts
krijgen.
27. De buren klagen over mijn gas, ik ben echter niet iemand
die
zomaar gas laat vliegen.
28. Ik ben een staande vrouw alleen, zodoende is mijn woning
te klein.
29. Er is geen plaats om de was te drogen, mijn vrouw zit al
tien
dagen met haar ondergoed
omhoog, maar daar is nog niemand komen kijken.
30. Het vocht zit overal, ook in de slaapkamer van mijn moeder
die
al helemaal verschimmeld is.
31. Met eerbiedige beschuldiging richt ik me met het
bovenstaand
te Uwe. |
|
|
|